Omdat David Kroese zo’n lekkere strakke comicstijl had, had ik hem gevraagd om de covertekening voor nummer 7 te maken. Op de achterkant stond een pagina Tarson van David. Eigenlijk vonden we David een nogal verwaande jongen, maar hij kom best goed tekenen en dat was het belangrijkste. Erik Noomen was zo genereus om niet één maar twee stroken te tekenen van Animal Inc. En Toby Fortuin en Tom Vos leverden het complete Stanley -verhaal Ouwe vrienden. Het was Toby’s beste tekenwerk tot dan toe, al wisten we ook dat hij niet meer in elke Novum zou kunnen publiceren, vanwege zijn militaire dienstplicht. We publiceerden de eerste pagina van Studio Stoot, oftewel Jean-Marc van Tol. Die had een bestaande gag van Ome Norbert speciaal voor Novum omgebouwd tot één pagina, en we vonden dat schitterend. Ik geloof zelfs dat Jean-Marc de originelen naar Servaas stuurden, die we erg professioneel vonden. Naar ik meen hadden we Jean-Marc aangeschreven vanwege zijn werk in Zwijmel, het amateurstripblaadje dat onze concurrent was. Ons doel was ook om zo snel mogelijk beter te worden dan Zwijmel, en dat ging de goede kant op met dit nummer. Marcel de Jong verbaasde ons nogal met de 2-pagina strip Irvin Blockshit, en blijkbaar kon hij ook in een Moebius-achtige stijl uit de voeten. Mag. Alvinus tekende een nogal zwaarmoedige (of volwassen) pagina voor een amateurstripblaadje, Pijn. Maar ik vond het evengoed prachtig, en was blij dat hij toch meer voor ons wilde maken dan alleen een voorplaat. Hans Hartgers tekende een 3-pagina verhaal van Gerard Grijpstuiver en Tom Vos schreef een Stripdossier over Henk Kuijpers, waarvoor ik het beeldmateriaal had verzorgd. Ik was toen zelf ook een grote fan van Franka’s tekenaar, en vond het erg leuk om zo mee te werken aan Tom’s artikel. Opnieuw een sterk nummer, met maar heel weinig zwakke strips. We waren op een punt beland dat Novum uitgroeide tot een kwalitatief zeer goed amateurstripblad, waarvan veel stripwerk (Animal Inc., Stanley, Pijn en Irvin Blockshit) zelfs professionaliteit uitstraalde. Dat hadden Servaas en ik prima voor elkaar gekregen, en dat binnen een paar maanden. Maar er was een groot probleem ontstaan dat het voortbestaan van Novum bedreigde. Dat had niet eens met geld te maken, want ikzelf vond het zeker geen punt om elke maand een klein deel van mijn zakgeld aan Novum te doneren. Nee, door het vele werk en tijd dat we aan Novum besteedde leden onze schoolprestaties eronder, en vooral Servaas (die eerst altijd een van de beste leerlingen van zijn klas was geweest) voelde zich daar erg ongemakkelijk bij. Ikzelf wilde dolgraag met Novum verdergaan, zeker nu het blad alsmaar beter werd, maar ik besefde ook dat dat niet zonder Servaas zou kunnen. De spanningen liepen nogal op tussen ons. Wat moesten we doen: stoppen of doorgaan? |