Over Incognito...

Maar eerst was daar Novum

Van 1993 tot en met 1999 heb ik stripmagazine Incognito uitgebracht, maar dat was niet mijn eerste stripblaadje. In 1985 al had ik samen met jeugdvriend Servaas Verbrugge in de Zaanstreek een paar nummers van Novum uitgebracht. Dat was een gefotocopieërd stripblaadje met gemiddeld 16 tot 18 pagina's per nummer, en de oplage was niet hoger dan 60 exemplaren, misschien iets meer of iets minder. Ikzelf heb er ook een paar strips voor getekend, maar ben daar snel weer mee opgehouden, omdat ik mezelf niet goed genoeg vond. Wat ik wél deed voor elk nummer waar ik bij betrokken was, was een artikel schrijven. Mijn eerste publikaties op dat vlak zijn dus al begonnen op mijn 16e, een mooie leeftijd. Ik schreef enkele intro's, een biografie over Paul Cuvelier, een verslag over de Strip 3-Daagse 1985 (wat ik ongelofelijk leuk vond om te doen), en heb samen met Servaas een interview uitgewerkt met het grote tekentalent Marcel de Jong. Wat ? Dezelfde Marcel de Jong uit stripmagazine Incognito? Ja, precies.

Ik zag Marcel's tekenwerk voor het eerst in 1985, in het bezorgerskrantje van de Telegraaf, Prima. Via de redactie van dat krantje kwam ik aan het adres en telefoonnummer van Marcel, en zodoende zocht ik contact met hem op. Hij was wel geinteresseerd om iets te tekenen voor Novum en leverde enkele hele mooie illustraties, plus een stripje in een soort Moebius stijl: Irvin Blockshit. Ook zou hij een strip voor ons maken met de titel De Zes, maar meer dan een schitterende aankondigingspagina in Novum nr 8 is er niet van verschenen. Want dat nummer was ook de allerlaatste, we moesten er noodgedwongen mee kappen. We waren teveel tijd kwijt aan Novum en ons schoolwerk begon er onder te lijden, vooral dat van Servaas. Het was achteraf heel jammer dat we niet een paar nummers langer konden doorgaan, want Novum werd elk nummer steeds beter. In nummer 8 staan enkele stripdingen en tekeningen die ik anno 2006 nog steeds van een vrij hoog niveau vind, van Marcel de Jong, Jeroen Hammega (die volgens mij eigenlijk Jeroen Minnema heet, en die heeft later weer in stripmagazine nr 1 gestaan !), Erik Noomen, Raymond Dijkstra, en Jean-Marc van Tol. Wat ? Jean-Marc van ...? Ja, dezelfde van Fokke & Sukke, alleen heette zijn strip in 1985 Ome Norbert, die overigens later in stripmagazine Incognito weer een korte come-back zou maken.

Stripexplosie

Om de voorgeschiedenis van Incognito helemaal compleet te maken, moet ik eigenlijk nog een jaar terug gaan in de tijd van Novum, in 1984. In dat jaar verschenen een paar nummers van Stripexplosie, waarvoor ik trouwens ook nog een kort stripje had getekend. Stripexplosie werd uitgebracht door een paar jonge stripenthousiastelingen uit Wormerveer, wat ook in de Zaanstreek ligt. En in dat slecht gefotocopieërde blaadje stonden tekenaars als Erik Noomen,Toby Fortuin, met de privé-detective Stanley Parker, en Raymond Dijkstra, die in een prachtige Atoomstijl tekende. Deze drie tekenaars had ik via een ex-redactielid van Stripexplosie telefonisch benaderd voor Novum, en alledrie zeiden ze ja. Met de kanttekening dat Toby Fortuin verreweg het meest enthousiast was, én het productiefst. Toby tekende behalve de Stanley Parker strip ook losse illustraties voor Novum, een cover en enkele korte gagstrips. En hij ontwierp zelfs ongevraagd Novum briefpapier voor ons.

En toen was er Incognito

Abel Schoenmaker en ik waren begin 1993 bij mij thuis aan het mijmeren over dat er nog zo weinig stripbladen bestonden. Ik refereerde met weemoed terug aan Novum, en over de talenten die daar instonden. "Wat jammer dat we niet daarmee verder konden gaan", heb ik toen nog gezegd. Niet met de intentie om ook daadwerkelijk de draad weer op te pakken. Maar Abel nam dat erg serieus en informeerde bij twee tekenaars van zijn schoolkrant, Koen Hottentot en Jelle Venema, of zij zin hadden om te gaan tekenen voor een nieuw op te richten stripblad. Ook benaderde Abel Gijs Grob. De naam Incognito bedacht ik bij toeval, toen ik tijdens één van mijn vele telefoongesprekken met redactieleden van Iris en andere amateurstripbladen zei: "Ik heb vroeger al met een vriend een stripblaadje uitgebracht dat Novum heette, maar dat was zò onbekend dat we het beter 'Incognito' hadden kunnen noemen." Tja...

In het prille voorjaar van 1993 had ik Erik Noomen, Toby Fortuin, Jean-Marc van Tol en Marcel de Jong allemaal weer gevraagd voor stripmagazine Incognito, en weer stemden zij toe. Dat vond ik erg leuk, ook al waren we alweer 8 jaar na Novum verder. Ik herinner me nog dat Toby niet eens verbaasd klonk toen ik hem belde, alsof hij er al jaren op zat te wachten. Marcel de Jong, Jean-Marc van Tol en Toby Fortuin zijn zeker in de beginperiode van Incognito heel belangrijk geweest, omdat zij samen met Ulli Bürer, Koen Hottentot, Gijs Grob, Fred de Heij en Ruud de Grefte de basis vormde van het blad.

Bürer en de Grefte had ik vandaan gehaald uit de Titanic, wat eigenlijk wel een beetje mijn voorbeeld was, zó zou een goed stripblad in grote lijnen moeten ogen. Toby Fortuin viel al vrij snel af als tekenaar, maar hij heeft het blad nog jarenlang vormgegeven, en daardoor was hij lange tijd onmisbaar geworden. Ruud de Grefte en Erik Noomen stopten ook al snel met strips leveren voor Incognito. Maar er dienden zich alweer nieuwe tekenaars aan, zoals Michiel de Jong, Mark Hendriks, Ben Westervoorde en Floris Oudshoorn, die later allemaal zijn doorgerbroken naar een groter publiek. Later kwamen daar nog tekenaars bij als Lode Devroe, Nix, Charles Guthrie en Erik Wielaert. En daarmee heeft stripmagazine Incognito ruimschoots zijn doel gehaald: een springplank zijn voor striptalenten.